De oorspronkelijke kerk was vermoedelijk een kleine romaanse kruis- en zaalkerk uit de 11e of 12e eeuw, met een vroeggotische vieringtoren en kruisbeuken die bewaard zijn gebleven. Na de Beeldenstorm van 1578 waren ingrijpende herstellingen nodig; rond 1609 was de kerk weer volledig in gebruik. In de 18e eeuw volgden meerdere uitbreidingen.
In 1864 werd het kerkhof rond de kerk een plein. Oorlogsschade trof de toren in 1914 door Duits geschut en in 1945 door een V1-bom, waarbij dak en glasramen werden beschadigd. Restauraties volgden, onder meer in 1960.
De toren werd in 1946 beschermd als monument; sinds 1987 geldt de bescherming voor de hele kerk en haar interieur.
