Het lopen van de wildeman is een traditie die gelinkt is aan het ambacht van de pijnders. Zij sjouwden vroeger de lasten van de Dendermondse havens naar hun bestemming in de stad en hadden het monopolie over het lossen en laden van schepen en het kelderen van wijn en bier. In de processies en ommegangen hadden zij het voorrecht om het Ros Beiaard te mogen dragen.
In principe kon enkel wie ‘pijndersbloed’ had door afstamming van vader op zoon, toetreden tot de gilde. Maar ook zij moesten eerst een bepaalde proefperiode als gezel doorlopen alvorens ze volwaardig pijnder konden worden. Voor diegenen die geen rechtstreekse bloedband konden aantonen, was er een andere manier om toch pijnder te kunnen worden: het lopen van de ‘wildeman’. Deze traditie is even oud als de gilde zelf; beide dateren van de 14e eeuw.
De kandidaten werden door hun toekomstige gildebroeders van kop tot teen ingestreken met pek of stroop en daarna in pluimen gerold. Vervolgens werden ze als ‘wildemannen’ door hun gezellen door de stad gejaagd, veelal in winterse omstandigheden (tussen Vastenavond en Witte Donderdag).
Omdat er in de voorbije eeuw een einde is gekomen aan de havenarbeid in Dendermonde en de nieuwe kandidaat-pijnders dus niet meer de mogelijkheid hadden om hun capaciteiten op dit vlak te demonstreren, werden in de voorbije decennia een aantal praktische proeven toegevoegd aan de wildemanloop. Deze proeven herinneren aan het vroegere werk van de pijnders (o.a. het dragen van lasten).
De laatste wildemanlopen dateren van 2019 en 2025.




